SV | En gij zult nederliggen, en niemand zal [u] verschrikken; en velen zullen uw aangezicht smeken. |
WLC | וְֽ֭רָבַצְתָּ וְאֵ֣ין מַחֲרִ֑יד וְחִלּ֖וּ פָנֶ֣יךָ רַבִּֽים׃ |
Trans. | wərāḇaṣətā wə’ên maḥărîḏ wəḥillû fāneyḵā rabîm: |
En gij zult nederliggen, en niemand zal [u] verschrikken; en velen zullen uw aangezicht smeken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
En gij zult nederliggen, en niemand zal [u] verschrikken; en velen zullen uw aangezicht smeken.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!